Voor velen betekent de pensionering een keerpunt in het leven. Stoppen met het werkzame leven en in veel gevallen meer aandacht voor de kinderen en kleinkinderen.
Deze verandering vertaalt zich ook in de aandacht voor het opgebouwde kapitaal. Hierbij is een veel gehoorde vraag hoe het beste kan worden omgegaan met de nalatenschap. Standaard is het antwoord dat het beter is te geven met een warme hand dan met een koude hand.
De wet successiewet behandelt zowel de erfbelasting als de schenkbelasting. Deze belastingen worden geheven bij de begunstigde. Voor zowel de erfbelasting als de schenkbelasting gelden een aantal vrijstellingen.
De vrijstelling voor de schenkbelasting wordt jaarlijks toegepast. De vrijstelling voor de erfbelasting is logischerwijs eenmalig. Hoe meer gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid om tijdens het leven onbelast te schenken, hoe minder de uiteindelijke nalatenschap wordt belast.
De hoogte van de vrijstelling voor beide belastingen wordt bepaald door de mate van verwantschap. Voor de erfbelasting heeft de partner de hoogste vrijstelling, gevolgd door de kinderen, vervolgens de kinderen, daarna de ouders en tenslotte de overige verkrijgers.
Voor de schenkbelasting hebben de kinderen de hoogste vrijstelling, terwijl de vrijstelling voor andere gevallen zeer beperkt is.
Onderstaande situatieschets laat het voordeel zien van schenking boven erflating.
Anton heeft drie kinderen; zijn vrouw is overleden. Zijn vermogen voor de geschetste situaties bedraagt € 400.000,-. Hij spendeert in de hierop volgende 5 jaren € 250.000,- voor eigen gebruik. Gemakshalve wordt aangenomen dat hij geen verdere inkomstenbronnen heeft.
Situatie 1:
Anton schenkt gedurende 5 jaren het maximum bedrag aan zijn drie kinderen en komt vervolgens te overlijden. De jaarlijkse vrijstelling per kind bedraagt € 5.277. Dit betekent dat er totaal € 79.155,- onbelast kan worden geschonken. Het restant (150.000 – 79.155) bedraagt € 70.845,- Dit bedrag is in principe belast met erfbelasting, maar er geldt een vrijstelling van €20.047,- per kind. Uiteindelijk is per kind € 3.568,- belast tegen 10%. De totale belasting bedraagt € 1.070,40
Situatie 2:
Anton maakt geen gebruik van de mogelijkheid om belastingvrij te schenken en komt te overlijden. Voor der erfbelasting wordt per kind € 50.000,- belast tegen 10 %. De totale belasting bedraagt uiteindelijk € 15.000.-